Een kunstbaarmoeder kan hoopvol uitpakken voor (homo)stellen met een kinderwens, maar dramatisch voor vrouwen met een abortuswens. Bio-ethicus Naomi Jacobs onderzoekt wat de kunstmatige baarmoeder voor ons kan betekenen.
Stel je voor dat twee mannen een biologisch kindje kunnen krijgen zonder tussenkomst van een vrouw. Het lijkt nog ver weg, maar onderzoekers uit Japan slaagden er onlangs in om gezonde muizen te creëren met twee vaders. Ze maakten een eicel uit mannelijke huidcellen. Katsuhiko Hayashi, de leider van het onderzoek, denkt dat het binnen tien jaar mogelijk moet zijn om deze methode bruikbaar te maken voor menselijke cellen. Als dat lukt, dan wordt het – puur technisch gezien – mogelijk voor twee mannen om een biologisch kindje te krijgen. Er is dan nog wel een vrouw met een baarmoeder nodig die het kind wil baren.
Nóg wel, tenminste. Want onderzoekers werken ondertussen ook aan de ontwikkeling van kunstmatige baarmoeders. Dit zijn apparaten die de omstandigheden van een echte baarmoeder nabootsen. Ze leveren zuurstof en voedingsstoffen aan de baby via een kunstmatige navelstreng die verbonden is met een kunstmatige placenta. Deze apparaten worden nu alleen ontwikkeld voor extreem-vroeggeboren baby’s. Ze zijn niet geschikt om de volledige zwangerschap over te nemen. Maar als deze technologie in de toekomst ook geschikt wordt om embryo’s vanaf het prille begin op te vangen, dan zouden we een wereld voor ons kunnen zien waarin twee vaders een baby krijgen die volledig buiten het vrouwelijk lichaam is gegroeid.
“Die belofte is er al een tijdje”, zegt bio-ethicus Naomi Jacobs (Universiteit Twente). Dat het wetenschappers nu daadwerkelijk gelukt is om gezonde embryo’s te maken met twee muizenvaders noemt Jacobs ‘fascinerend’ en ‘spannend’. Volgens haar is het tijd om nu met elkaar het gesprek te voeren over wat deze technologieën betekenen en hoe we ze willen toepassen, ook al weten we niet zeker of ze ooit op mensen toegepast kunnen worden. Jacobs: “Mocht de technologie er op een gegeven moment komen, dan weten we waar we het over hebben, zodat we goede regels kunnen opstellen. Bovendien legt zo’n gesprek over een toekomstscenario vaak verborgen aannames bloot uit het hier en nu.”
Kunstbaarmoeder
Op dit moment zijn wetenschappers van de Technische Universiteit Eindhoven en het Máxima Medisch Centrum al druk bezig met het ontwikkelen van kunstmatige baarmoeders. Dat doen zij voor een heel specifiek doel, vertelt Jacobs: “Wetenschappers willen extreem vroeggeboren baby’s opvangen in een omgeving die de baarmoeder zo goed mogelijk nabootst. Zo hopen ze de overlevingskansen en levenskwaliteit van de baby’s te vergroten. Naar verwachting worden in 2024 de eerste baby’s in een kunstbaarmoeder opgevangen.”
De kunstbaarmoeder is al succesvol getest bij lammetjes. In 2017 lukte het onderzoekers in de Verenigde Staten om lamsfoetussen in een verwarmde plastic zak met vruchtwater te laten groeien. Na vier weken waren de lammetjes klaar om opnieuw geboren te worden. Dit keer waren ze volledig volgroeid en konden ze zelfstandig ademen.
Hoewel kunstmatige baarmoeders momenteel alleen worden ontwikkeld voor extreem vroeggeboren baby’s, denkt Jacobs al na over de vraag: kan deze technologie in de toekomst worden gebruikt als volledige vervanging van een menselijke baarmoeder? Jacobs ziet genoeg redenen om die mogelijkheid serieus te onderzoeken: “Een zwangerschap brengt voor sommige vrouwen grote lichamelijke en emotionele risico’s met zich mee. Een kunstbaarmoeder kan voor vrouwen bevrijdend zijn en zorgen voor een gelijkwaardigere verhouding tussen man en vrouw in de opvoeding.”
Als we de kunstbaarmoeder combineren met de mogelijkheid om eicellen uit menselijke huidcellen te maken, dan zou dat kunnen bijdragen aan toegankelijkheid van ouderschap voor mensen met vruchtbaarheidsproblemen en lhbtiq+-koppels, vertelt Jacobs. “Homoseksuele koppels krijgen de mogelijkheid om een biologisch kindje te krijgen, zonder dat zij een beroep hoeven te doen op een draagmoeder. Er valt dus best wat voor te zeggen om een zwangerschap in een kunstbaarmoeder te laten plaatsvinden, als het ooit al technisch mogelijk zou worden.”
Abortus
De kunstmatige baarmoeder roept ook zorgen en vragen op. Het is maar de vraag of de technologie wel veilig is. “We weten niet goed wat het effect zal zijn op kinderen die geboren worden via een kunstmatige baarmoeder”, zegt Jacobs. “Daar komen we pas achter door ermee te experimenteren.” Dat hoeft overigens niet verkeerd uit te pakken, zegt Jacobs: “Je zou het kunnen vergelijken met de eerste baby’s die via ivf werden geboren. Daar was ook veel huiver voor. Nu is het de normaalste zaak van de wereld.”
Het lukte wetenschappers al eerder om muizen met twee biologische vaders te maken (in 2010 en 2018). Maar niet eerder lukte het om gezonde muizenbaby’s uit mannelijke huidcellen te maken zonder enige tussenkomst van vrouwtjesmuizen.
Jacobs maakt zich meer zorgen over de onbedoelde gevolgen van een kunstbaarmoeder. De introductie van zo’n technologie maakt nieuwe vormen van ouderschap mogelijk, maar kan ook ons hele idee van wat een foetus is veranderen: het wordt mogelijk om de foetus niet langer te zien als onderdeel van het moederlichaam, maar als een onafhankelijke entiteit die slechts voor een bepaalde periode in de baarmoeder verblijft voordat hij of zij de wereld intrekt.
En dat kan ingrijpende gevolgen hebben. Jacobs: “Als het technisch mogelijk wordt om embryo’s naar een kunstbaarmoeder over te plaatsen, dan zou een conservatief persoon kunnen bedenken dat een vrouw wel het recht behoudt om de zwangerschap in haar eigen baarmoeder af te breken, maar niet om het embryo recht op leven af te nemen. Het embryo wordt dan overgeplaatst naar een kunstbaarmoeder.” De kunstbaarmoeder maakt zo nieuwe argumenten mogelijk tegen abortus – en dat levert ook weer nieuwe problemen op: het kind is gered, maar wie voedt het vervolgens op?
Natuurlijk hoeft het niet zo te gaan, zegt Jacobs. “Maar als je ziet hoe abortuswetgeving overal ter wereld onder druk staat en verandert, dan denk ik dat we deze mogelijkheid wel serieus moeten nemen.” Daarom moeten we volgens Jacobs nu alvast nadenken over de vraag wat we als samenleving willen als deze technologie zich verder ontwikkelt, en niet eerst – zoals sommige wetenschappers bepleiten – alle feiten boven tafel krijgen voordat we kunnen beginnen met het ethische en beleidsmatige gesprek. “Dan loop je achter de feiten aan”, zegt Jacobs. “De kunstbaarmoeder heeft emancipatoire mogelijkheden in een progressieve context, maar kan onderdrukkend uitpakken in een conservatieve context. Het ligt er maar net aan in wat voor samenleving de technologie wordt geïntroduceerd.”